Een hoge consumptie van rood vlees wordt geassocieerd met een verhoogd risico op borstkanker. Een portie per dag vervangen door gevogelte, peulvruchten, noten en vis kan het risico verminderen. Dat blijkt uit nieuwe gegevens van de Nurse’s Health Study II.
Rood vlees wordt al een hele tijd geassocieerd met een verhoogd risico op verschillende ziekten. Het zou echter al te simpel zijn om dit voedingsmiddel aan te wijzen als zondebok, want de risico’s lopen vaak enkel op bij de consumptie van grote hoeveelheden rood vlees.
Dat blijkt ook uit deze nieuwe publicatie. In het kader van het onderzoek Nurse’s Health Study II werden 89.000 vrouwen twintig jaar lang gevolgd. Het onderzoek richtte zich op de relatie tussen de inname van eiwitten en het voorkomen van borstkanker. Uit de gegevens blijkt dat vrouwen uit het hoogste kwintiel voor de consumptie van rood vlees 22% meer risico liepen op het ontwikkelen van borstkanker dan vrouwen uit het laagste kwintiel.
Hierbij dient te worden opgemerkt dat het hoogste kwintiel overeenkomt met een inname van ten minste 1,5 porties rood vlees per dag, een hoeveelheid die helemaal niet in overeenstemming is met de huidige aanbevelingen.
Voor deze bevindingen zijn verschillende verklaringen aan te wijzen: kankerverwekkende stoffen die gevormd worden tijdens het bereidingsproces, de aanwezigheid van heemijzer, het gebruik van hormonen in de veehouderij (toegelaten in de Verenigde Staten), nitriet in verwerkte vleesproducten – maar ook het feit dat wie grote hoeveelheden rood vlees eet, er vaak niet de meest gezonde manier van leven op na houdt!
Uit het onderzoek bleek geen enkel verband tussen borstkanker en de inname van heemijzer: deze mogelijkheid kan dus al worden uitgesloten. Het vervangen van een dagelijkse portie rood vlees door gevogelte leidde bij postmenopauzale vrouwen tot een risicodaling van 23%. Werd het vlees vervangen door peulvruchten, dan daalde het risico bij alle vrouwen met 15%. De combinatie van peulvruchten, noten, gevogelte en vis deed het risico bij alle vrouwen met 14% afnemen.
Farvid M.S. et al., BMJ, 2014; 348: g3437.