Moeten we minder dierlijke en meer plantaardige producten eten om voeding en duurzaamheid met elkaar te verzoenen? Ja, maar dat geldt niet voor alle dierlijke producten. Zo is zuivel sterk vertegenwoordigd in verschillende toekomstmodellen om duurzamer te eten.
Er wordt vaak gezegd dat duurzame eetgewoonten minder dierlijke en meer plantaardige producten omvatten. Over het algemeen klopt deze stelling ook, al is het niet zo eenvoudig. Duurzame eetgewoonten kunnen namelijk uiteenlopende vormen aannemen.
Zo heeft een vleesarm dieet dat rijk is aan geraffineerde graanproducten en snoepgoed een lage impact op het milieu, maar ook een lagere voedingswaarde. Omgekeerd kunnen sommige evenwichtige voedingspatronen dan weer zeer belastend zijn voor de planeet. De kunst bestaat er dus in om een eetpatroon te vinden met voldoende voedingswaarde en een zo laag mogelijke impact op het milieu.
Zuivelproducten zijn dan wel dierlijke producten, toch belasten ze het milieu veel minder dan andere dierlijke eiwitten. Bovendien leveren ze kostbare voedingsstoffen. Zuivelproducten vormen dus een groep apart onder de dierlijke producten. Dat verklaart meteen ook waarom ze zo vaak aanbevolen worden in het kader van een duurzame voeding.
Lees ook: Duurzamer eten is goed voor de lijn!
Minder dierlijke eiwitten, maar niet minder zuivel
Het team dat onder leiding van Nicole Darmon (UMR Moisa – Inra Montpellier) onderzoek doet naar voeding, voert verschillende studies uit naar de verbanden tussen voedingswaarden en andere aspecten van duurzame voeding1. Uit deze studies blijkt dat we de uitstoot van broeikasgassen met 30% kunnen verminderen door evenwichtig te eten. Dankzij het consumeren van zuivelproducten blijft het totale kostenplaatje gelijk of zijn er geen ingrijpende veranderingen in het voedingspatroon nodig.
In het scenario dat het dichtst bij de Franse eetgewoonten aanleunt, en dat de uitstoot van broeikasgassen toch met 18% zou kunnen verminderen, bedraagt de hoeveelheid zuivel dagelijks 171 ml melk en natuuryoghurt, en 27 g kaas. Daarnaast zouden we een beter evenwicht moeten vinden door meer groenten en fruit, volkoren granen en peulvruchten te eten.
Lees ook: Voedingsaanbevelingen: melkproducten in de kijker
250 ml volle melk of gelijkwaardig in 2050
Zuivelproducten vind je ook terug in het Livewell-bord2, ontwikkeld door het WWF met een tweeledige doelstelling:
- de CO2-voetafdruk van voedingsmiddelen met 30% verminderen tegen 2030;
- zorgen voor een adequate inname van energie en voedingsstoffen
De richtlijnen gericht op Franse volwassenen brengen de wijzigingen in kaart die in elke voedingsgroep doorgevoerd moeten worden ten opzichte van de huidige consumptie om de doelstellingen voor 2030 te behalen. Uit de resultaten blijkt dat de hoeveelheid melkproducten zelfs lichtjes verhoogd moet worden. Zo gaat de zuivelconsumptie van 170 naar 180 g per dag, en die van kaas van 25 naar 49 g.
Het project EAT-Lancet3, dat richtlijnen heeft ontwikkeld om de wereld te kunnen voeden in 2050 met bijzondere aandacht voor duurzaamheid, zet eveneens zuivel op het menu. De aanbevolen hoeveelheid bedraagt hier meer bepaald 250 ml volle melk of gelijkwaardig per dag, tot maximaal 500 ml per dag. Deze hoeveelheid ligt in lijn met de recente voedingsaanbevelingen voor België, die de voorkeur geven aan een dagelijkse consumptie van 250 tot 500 ml melk of melkproducten per dag.
Lees ook: Richtlijnen om de wereld te kunnen voeden in 2050