Die hypothese werd aan de Nieuw-Zeelandse University of Otago getest. Meer plantaardige producten eten, blijkt niet alleen de uitstoot van broeikasgassen sterk te beperken. Nieuw-Zeeland zou zo de komende decennia ook tot wel 20 miljard dollar kunnen besparen in de gezondheidszorg.
Plantaardige voeding helpt de uitstoot van broeikasgassen te beperken
De resultaten van de studie zijn op het eerste gezicht weinig verrassend. Ze tonen aan dat de uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk schommelt voor verschillende voedingsmiddelen in Nieuw-Zeeland. Algemeen wordt aangenomen dat dierlijke voeding, en dan vooral rood en bewerkt vlees, doorgaans een veel hogere impact heeft dan plantaardige voeding (12 tot 21 CO2-eq*/kg tegenover 1,2 tot 1,8 kg CO2-eq*/kg). Dan denken we vooral aan een gezonde mix van eiwitbronnen, zoals groenten, fruit, peulvruchten (soja, linzen enz.) en volkoren granen (zie schema 1 hieronder). Tenminste, dat geldt wanneer we de impact becijferen in verhouding tot het gewicht van de voeding. Wanneer we die impact becijferen naargelang de energiewaarde van de voedingsmiddelen, verandert de situatie aanzienlijk.
De theoretische modellen uit dit onderzoek geven aan dat elke verschuiving in het eetpatroon naar meer plantaardige voeding en minder voedselverspilling een positief effect heeft op de uitstoot van broeikasgassen. Hoe sterk het effect is, hangt uiteraard af van hoe significant de verschuivingen in het eetpatroon zijn, zoals blijkt uit onderstaand schema.
- Het volgen van de Nieuw-Zeelandse voedingsaanbevelingen zou de jaarlijkse uitstoot met 4% doen afnemen.
- Een verregaandere verschuiving naar een lacto-vegetarisch, of zelfs een veganistisch eetpatroon en/of een zero waste-levensstijl, zou de jaarlijkse uitstoot met 42% verminderen. Die daling komt overeen met 59 % van de huidige uitstoot door auto’s in heel Nieuw-Zeeland.
*kg CO2-equivalent
Een verband tussen plantaardige voeding en een beduidend betere gezondheid
Een overstap op meer plantaardige voedingsmiddelen (fruit, groenten en voedingswaren rijk aan plantaardige eiwitten) ten koste van dierlijke eiwitten zou eveneens een positieve invloed hebben op de gezondheid. Wanneer we kijken naar het aantal levensjaren in goede gezondheid of QALY’s (1 levensjaar in goede gezondheid = 1 QALY), zouden de eetgewoonten die het dichtst bij de voedingsaanbevelingen aanleunen 1,0 tot 1,5 miljoen extra QALY’s met zich meebrengen bij de huidige Nieuw-Zeelandse bevolking. Ze zouden het gezondheidszorgsysteem bovendien 14 tot 20 miljard Nieuw-Zeelandse dollar besparen.
In de eetpatronen waarop deze modellen steunen, werden alle producten die vlees, zeevruchten, eieren en zuivel bevatten systematisch vervangen door plantaardige voedingsmiddelen. Ook de voedselverspilling werd tot een minimum herleid.
Het gaat weliswaar om theoretische modellen. (Ze houden bijvoorbeeld geen rekening met ultrabewerkte plantaardige voedingswaren, die vaak sterk aanwezig zijn in vegetarische of veganistische eetpatronen.) De Nieuw-Zeelandse bevolking zal overigens niet van de ene dag op de andere haar eetgewoonten zo radicaal bijsturen. Wel toont deze studie alvast aan dat een verschuiving naar eetgewoonten met meer (kwaliteitsvolle) plantaardige voedingswaren op lange termijn gunstig kan zijn voor de mens, de economie en de planeet. Die vaststelling ligt in lijn met de recente conclusies van het IPCC.
Meer artikels over plantaardige voeding