De darmmicrobiota zou wel eens de sleutel kunnen zijn in de strijd tegen ondervoeding bij kinderen. Wereldwijd zijn bijna 180 miljoen kinderen ondervoed. De darmmicrobiota kan mogelijk helpen om de groeivertraging tegen te gaan veroorzaakt door ondervoeding.
Een juiste combinatie van microben zou het verschil kunnen betekenen tussen een vertraagde groei en een normale, gezonde groei, zelfs als de calorie-inname ontoereikend is.
Onderzoekers veronderstellen nu dat de darmbacteriën ook een invloed hebben op de manier waarop iemand reageert op honger. Ze verzamelden elke maand fecesmonsters van gezonde, maar ondervoede kinderen jonger dan twee jaar.
Als deze kinderen zich ‘normaal’ ontwikkelen, evolueert ook hun microbiota, zo blijkt uit de studie. Bij het begin van de studie pasten de bacteriën in de stalen niet bij de leeftijd van het kind. Ondervoede kinderen hebben een ‘immature’ microbiota, vergelijkbaar met de darmmicrobiota van een jonger kind.
Onafhankelijke groeifactor
Andere studies, uitgevoerd bij zuigelingen in Malawi, leveren het bewijs dat deze microbiële kolonies een invloed hebben op de groei. Bij deze studie werden muizen (1) gebruikt die waren gemodificeerd, zodat ze geen eigen microbiota hadden. De muizen kregen hetzelfde te eten als de zuigelingen. De studie legt een verband bloot tussen ondervoeding, een ‘immatuur’ microbioom en stoornissen in de groei en in de aanmaak van bot- en spierweefsel: de muizen hadden, net zoals de kinderen, last van deze symptomen.
Uit een andere, Franse studie (2) blijkt dat jonge muizen zonder microbiota niet dezelfde spier- en botontwikkeling vertonen als muizen met een normale microbiota, zelfs als ze dezelfde hoeveelheid voer krijgen.
Microbiota en groeihormoon
Deze studie (2) onthult ook nog een ander mechanisme, namelijk de invloed van de darmmicroben op de hormoonspiegels. Bij gezonde dieren stimuleert het groeihormoon de toename van een tweede hormoon, insulineachtige groeifactor 1 (IGF-1), dat op zijn beurt de weefselgroei bevordert.
Kiemvrije muizen hebben evenveel groeihormoon, maar de activiteit van IGF-1 in het bloed, de lever en de spieren is lager. Dit verband tussen microbiota en hormoon biedt mogelijk een verklaring voor het optreden van groeivertraging bij ondervoede kinderen.
Borstvoeding voor een betere voedingsbalans
Verschillende studies, waaronder (3), tonen aan dat borstvoeding een nuttige rol kan spelen in gevallen waarin het kind ondervoed is. Borstvoeding geven kan zelfs helpen om het kind opnieuw op een gezonde groeicurve te brengen. Dat is te danken aan de specifieke oligosachariden in moedermelk.
Voor deze studie gebruikten de onderzoekers muizen met de darmmicroben van een kind dat lijdt aan ernstige ondervoeding. Als ze gezuiverde oligosachariden uit moedermelk toevoegden aan het voer van de dieren, bouwden de muizen spiermassa op en verbeterde hun botdichtheid. Ook hun cognitieve functies verbeterden en het metabolisme werd evenwichtiger. De bacteriën moeten deze suikers verwerken en produceren zo op hun beurt moleculaire bouwstenen die de groei stimuleren.
De implicaties van deze waarnemingen zijn enorm, want ze doen veronderstellen dat het mogelijk is om de voedingstoestand van kinderen te wijzigen door in te werken op de darmflora. Het is zeer waarschijnlijk dat deze hypothese binnenkort zal worden getest bij kinderen die lijden aan ondervoeding. Het zou dus best kunnen dat probiotica ook erg nuttig blijken in de strijd tegen ondervoeding!