De resultaten van de laatste voedselconsumptiepeiling (2014-2015) laten zeker enkele positieve evoluties zien, maar over het algemeen sluit het voedingspatroon van de Belgen nog lang niet aan bij de aanbevelingen.
We drinken beter, maar eten slecht
Wat drinken de Belgen? In vergelijking met 2004 zit er nu wat meer water in ons glas, en wat minder suikerhoudende en alcoholische dranken. Dat is een stap in de goede richting.
We eten iets minder vlees, gemiddeld 114 g per dag, wat niet verontrustend is. Ook de hoeveelheid vetten in onze voeding neemt af, tot 38% van de totale energie-inname. Dat ligt in de buurt van de drempelwaarde van 35% en is dus vrij positief.
Een meer verontrustende vaststelling is dan weer dat de consumptie van voedingsmiddelen rijk aan complexe koolhydraten (zoals brood en granen) steeds verder afneemt. We eten niet alleen te weinig complexe koolhydraten, maar ook te weinig voedingsvezels (18 g/dag). De consumptie van groenten en fruit stagneert: de gemiddelde inname bedraagt nauwelijks 50% van de voedingsdoelstellingen.
Bepaalde essentiële voedingsstoffen ontbreken
De inname van zichtbare vetten ligt een stuk lager dan in 2004 (de inname daalt van 27 naar 18 g/dag), maar dat is niet noodzakelijk een goede zaak voor de inname van essentiële vetzuren. We eten over het algemeen voldoende omega 6, maar nog steeds te weinig omega 3.
We drinken iets minder alcoholische dranken en frisdranken, maar de top van de piramide blijft oververtegenwoordigd, met 674 kcal in de leeftijdsgroep 15 tot 64 jaar. Dat is 31% van de gemiddelde energie-inname!
Er is een gunstige evolutie zichtbaar in de inname van jodium en natrium, maar calcium blijft een groot probleem. Slechts een vijfde van de bevolking haalt de aanbevolen inname. De inname van vitamine B6 en C ligt nog steeds te laag, en dat geldt ook voor vitamine B9 en ijzer bij vrouwen.