Een goed eetritme overdag en voldoende slaap ‘s nachts helpen mee om het gewicht onder controle te houden. De chronovoeding bevestigt het belang van deze sociale normen, gebaseerd op gezond verstand.
Heel wat processen in ons lichaam, zoals het slaapen waakritme (gebaseerd op onze gevoeligheid voor licht), worden aangestuurd door circadiane ritmes. De wisselwerking tussen de circadiane ritmes en de voeding, de zogenaamde ‘chronovoeding’, legt steeds meer stukjes bloot van een complexe puzzel, die verband houdt met eetgedrag en overgewicht.
Wie minder slaapt, eet meer
Het is al vele jaren bekend dat slaap een rol speelt in de energiebalans. Een gebrek aan slaap leidt tot veranderingen in het eetgedrag: we gaan dan meer calorieën innemen. Dit gedrag wordt veroorzaakt door een toename van de ghrelinespiegels en een daling van de leptinespiegels (bv. Als gevolg van slaapgebrek (1,2).
Uit experimenten met nachtdieren (ratten en muizen) bleek dat de dieren die overdag gevoerd werden (dus tijdens hun inactieve ‘nacht’), zwaarder werden dan dieren die hun voer ‘s nachts kregen, hoewel beide groepen evenveel lichaamsbeweging kregen (3).
Nachtwerk
Er zijn ook heel wat observaties uitgevoerd bij mensen. Daaruit bleek dat nachtwerk een invloed heeft op het eetgedrag. Mensen die ‘s nachts werken, hebben vaak meer zin in vet en/of zoet eten. Nachtwerk in ploegendiensten wordt ook geassocieerd met een kortere slaaptijd. Mensen die ‘s nachts werken hebben meer risico op obesitas dan mensen die overdag werken (4).
Een studie volgde paramedici die regelmatig nachtdiensten draaiden over een periode van 20 jaar. Daarbij was een significant verband zichtbaar tussen nachtwerk en BMI (5).
Vandaag blijkt ook dat mensen met een korte nachtrust meer tussendoortjes eten, meer maaltijden per dag nemen en sneller naar producten met een hoge energiedichtheid grijpen. Al deze gedragingen leiden tot een gewichtstoename (6).
Drie maaltijden per dag
De klassieke eetstructuur met 3 hoofdmaaltijden per dag (‘s morgens, ‘s middags en ‘s avonds) is het meest sociaal geaccepteerd, maar deze structuur lijkt stilaan te verdwijnen. We hebben steeds vaker de neiging om de klok rond te eten. Dat is niet bepaald een goede ontwikkeling, want dergelijk gedrag kan obesitas in de hand werken.
Dieren die werden blootgesteld aan een te vetrijke voeding, en die zo veel mochten eten als ze wilden, werden minder zwaar als de eetmomenten beperkt werden in de tijd (zelfs al bleef de calorie-inname gelijk (7)). De lever wordt vaak gebruikt om het effect van de voedselinname op de circadiane ritmes te bestuderen, omdat dit orgaan zich het snelste aanpast aan nieuwe ritmes.
Onderzoek bij muizen toont duidelijk aan dat de afwisseling van eetmomenten en vastenmomenten over een periode van 24 uur een invloed heeft op de activiteitscyclus van de lever. Laat op de avond eten of ’s nachts snacken, beïnvloedt de vastenperiodes en het ritme van de biologische klok (8).
Voedsel is brandstof, maar wat voor brandstof?
Naast de frequentie van de eetmomenten en het tijdstip waarop gegeten wordt (dag/nacht) kunnen ook andere voedingsfactoren een invloed hebben op de circadiane ritmes. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het vetgehalte van het voedsel. Bij een studie op muizen mochten de dieren ad libitum vetrijk voer eten. Het voer werd aangeboden in het donker. Na enkele weken bleek dat het circadiane ritme van het bewegingsapparaat langer was geworden. Een vetrijke voeding kan dus de eetritmes wijzigen, ook al is de dag/nachtcyclus normaal (9).
Een goede verdeling van de maaltijden over de dag en voldoende slaap zijn de belangrijkste elementen die de chronovoeding aan het wetenschappelijk debat kan bijdragen. Deze bevindingen vormen een nieuw wapen in de strijd tegen overgewicht.