Onderzoekers stellen een nieuwe benadering voor van de menselijke voeding, de zogenaamde ‘nutritionele geometrie’. Het concept is de vrucht van ruim twintig jaar onderzoek. De bestaande modellen om de effecten te meten van voeding op onze gezondheid, komen hierdoor op losse schroeven te staan.
Twee experts, dr. David Raubenheimer en dr. Stephen Simpson van het Charles Perkins Center (Universiteit van Sydney) veroorzaken met hun onderzoek een radicale kentering in de voedingswetenschap. Het door hen voorgestelde concept (een nieuw en variabel geometrisch model) moet meer licht werpen op de invloed die combinaties van nutriënten en andere voedingscomponenten hebben op gezondheid en ziekte. Het is dus niet langer zo dat iedere voedingsstof als een op zichzelf staand element wordt beschouwd.
Op lange termijn kan dit nieuwe model gezondheidswerkers en voedingsdeskundigen helpen om meer inzicht te krijgen in eetstoornissen, waaronder obesitas. “Uit onze beschouwingen is gebleken dat de huidige benadering – waarbij iedere voedingsstof gezien wordt als een uniek en geïsoleerd element – niet bijdraagt aan een beter inzicht in complexe chronische aandoeningen. Enkel een aanpak gebaseerd op een evenwichtige verhouding tussen de voedingsstoffen kan ons helpen om het probleem op te lossen”, legt dr. Stephen Simpson uit.
Weg met nutritioneel ‘hokjesdenken’
De voedingswetenschap wordt gekenmerkt door een geïsoleerde aanpak. Iedere voedingsstof is daarbij een apart stukje van de puzzel. Het is belangrijk dat alle micronutriënten voorhanden zijn en dat er geen tekorten optreden: zo weten we bijvoorbeeld dat een gebrek aan vitamine C scheurbuik veroorzaakt. Vandaag staat deze traditionele benadering echter onder druk door aandoeningen gekoppeld aan het moderne voedingspatroon, met een te grote voedselinname en een smaakevolutie met die leidt tot een voorkeur voor voedingsmiddelen met een specifieke combinatie van smaken en voedingsstoffen.
Van de microscoop naar de telescoop
Het moet nu maar eens afgelopen zijn met het demoniseren van vetten en koolhydraten, zeggen de auteurs. Vaak worden deze voedingsstoffen gecatalogeerd als dé oorzaken van de obesitasepidemie. In plaats daarvan moeten we uitgaan van een evenwichtige voeding.
In het voorgestelde voedingsmodel kunnen de waarnemingen in tal van domeinen worden gecombineerd. Dat helpt ons beter te begrijpen hoe voedingsstoffen, voedingsproducten en eetpatroon samenhangen, en welke invloed deze factoren hebben op gezondheid en ziekte bij de mens.
Onder de loep: 116 voedingspatronen
De nutritionele geometrie houdt rekening met de levensmiddelen, de maaltijden, de voedingspatronen en de eetgewoonten (op basis van de voedingssamenstelling). De bedoeling is om meer licht te werpen op de relaties tussen bepaalde eetpatronen, gezondheid en ziekte.
Het model maakt het mogelijk om bepaalde subsets van factoren (en de interacties ervan) te identificeren die negatieve effecten hebben op de gezondheid. Aan de hand van dit nieuwe model voor voedingsanalyse werden 116 verschillende voedingspatronen onderzocht.
Dat leverde alvast een eerste belangrijke conclusie op: eiwitten zijn inderdaad ‘voedingsstof nummer één’. Ze hebben de meeste invloed op onze voeding en op de manier waarop de opname van vetten en koolhydraten wordt gereguleerd.
Raubenheimer D., Simpson S.J., Nutritional Ecology and Human Health, Annual Review of Nutrition, Vol. 36: 603-626.