Het gebruik van toegevoegde suikers staat zwaar onder druk. De EFSA wil een wetenschappelijk gestoelde grenswaarde vastleggen en richt daarom een nieuwe werkgroep op.
Tot de toegevoegde suikers behoren sucrose, fructose, glucose, hydrolysaten van zetmeel zoals fructoserijke glucosestroop en elke andere zoete bereiding die als zodanig wordt geconsumeerd of die tijdens de bereiding en vervaardiging van levensmiddelen wordt toegevoegd. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gebruikt de term vrije suikers, waaronder niet alleen de toegevoegde suikers worden verstaan, maar ook de suikers in fruitsappen. Na de vetten staan nu dus de toegevoegde suikers centraal in de plannen om obesitas te bestrijden.
Vrije suikers beperkt tot 10% van de energie-inname
Het advies van de WHO is om de consumptie van vrije suikers te beperken tot maximaal 10% van de totale energie-inname. Voor een calorie-inname van 2000 kcal komt dit neer op 50 gram suiker per dag. De WHO stelt zelfs dat het nog beter is om de consumptie te beperken tot 5 energieprocent. Veel landen – waaronder België – nemen deze beperking van 10% over maar passen ze enkel toe op de toegevoegde suikers (en dus niet op de suikers in fruitsappen). De EFSA wil nu met haar eigen methodologie een wetenschappelijk gestoelde grenswaarde vastleggen.
Een aanbeveling voor 2020
De EFSA heeft op verzoek van vijf Noord-Europese landen de opdracht aanvaard om de verbanden tussen toegevoegde suikers en gezondheid in Europa te onderzoeken. De EFSA zal dus een werkgroep oprichten en twee openbare raadplegingen organiseren om een eerste ontwerptekst te toetsen tegen midden 2018 en een ontwerpadvies tegen eind 2019. De uiteindelijke aanbeveling wordt begin 2020 gepubliceerd.