Reclameboodschappen tijdens familieprogramma’s promoten in zes op de tien gevallen junkfood in plaats van fruit en groenten. Die komen maar in amper één procent van de voedingsreclames aan bod. Dat blijkt uit een Brits rapport.
Diverse studies over het soort voedingsreclame op televisie toonden eerder al aan dat ongezonde voedingsproducten veel vaker aan bod komen dan producten waarvan gezondheidsprofessionals willen dat we er meer van eten. Die vaststelling is extra zorgwekkend als het gaat om kwetsbare kijkers, zoals kinderen.
Verschillende landen, waaronder Groot-Brittannië, hebben nu maatregelen genomen om de regels voor reclame tijdens kinderprogramma’s te verstrengen. Is dat echter voldoende?
Zes op de tien reclames voor junkfood
Een nieuw onderzoek uit Groot-Brittannië focust niet op kinderprogramma’s, maar op zogenaamde familieprogramma’s, waarvoor niet dezelfde regels gelden als voor kinderprogramma’s. Die programma’s worden echter meer door kinderen bekeken dan de populairste kinderprogramma’s, die maar 27% van de tv-tijd van kinderen vertegenwoordigen.
Dat blijkt uit een rapport aangevraagd door de Obesity Health Alliance (OAH), dat de circa tweeduizend dagelijkse reclameboodschappen analyseerde. Zes op de tien reclames voor voeding en dranken die tijdens familieprogramma’s worden uitgezonden, gaan over producten die veel vetten, suiker en/of zout bevatten.
Eén procent reclame voor fruit en groenten
Slechts één procent van de reclameboodschappen is gewijd aan fruit en groenten, benadrukt het rapport. Bovendien wordt ongeveer drie keer vaker reclame gemaakt voor fastfood of afhaalgerechten dan voor andere voedingsproducten en dranken. Als mogelijke oplossing stellen de auteurs voor om de regelgeving uit te breiden naar andere programma’s dan alleen specifieke kinderprogramma’s.
In België hebben de Federatie van de Voedingsindustrie (Fevia), de federatie van de handel en diensten (Comeos) en de Unie van Belgische Adverteerders vrijwillig maatregelen genomen om reclame gericht op kinderen jonger dan twaalf jaar te beperken (zonder die daarom te verbieden), maar ook die zijn niet van toepassing voor zogenaamde familieprogramma’s.