Te veel suiker is niet goed voor de geestelijke gezondheid. Dit verband wordt ondersteund door een ontdekking van het University College London , die een verhoogd risico op depressie aan het licht brengt bij een chronische overmatige consumptie van suiker … maar enkel bij mannen.
Steeds meer gegevens tonen aan dat een te hoge consumptie van suikerhoudende producten een langdurig schadelijk effect op de algemene gezondheid heeft. In dit onderzoek is suiker zeer sterk geassocieerd met courante mentale problemen, zoals angst en depressie.
Suikerrijke voedingsmiddelen en suikerhoudende dranken
De studie heeft betrekking op een cohort van de Whitehall Study II in het Verenigd Koninkrijk. Die omvatte een steekproef van 5000 mannen en 2000 vrouwen die tussen 1983 en 2013 meerdere malen werden onderzocht. De inname van suikerhoudende voedingsmiddelen werd gemeten via frequentievragenlijsten en de geestelijke gezondheid via gevalideerde vragenlijsten.
De transversale analyse laat positieve associaties zien: na vijf jaar observeert men in het hoogste tertiel (>67 g suiker per dag) voor de inname van suikers uit suikerhoudende voedingsmiddelen en dranken een toename van 23% van het risico op angst en depressie bij mannen.
Deze resultaten zijn onafhankelijk van verstorende factoren en in lijn met andere onderzoeken uit de VS en Spanje. In dit stadium kan geen enkele reden verklaren waarom men dit verband niet waarneemt bij vrouwen.
Een oorzaak en geen gevolg
De auteurs wilden vervolgens weten of deze hoge consumptie van suikers in werkelijkheid misschien het gevolg is van de depressie. Dat blijkt echter niet het geval, aangezien ze geen toename van de suikerconsumptie waarnamen bij deelnemers die aan het begin van de studie werden geïdentificeerd als personen met een risico op depressie.
Om het verband met depressie te verklaren wijzen de wetenschappers op vier mogelijke mechanismen. De eerste twee zijn een invloed van suiker op ontstekingen en op de BDNF-niveaus (Brain-Derived Neurotrophic Factor), die direct gekoppeld zouden zijn aan de ontwikkeling van depressie. Andere verklaringen zijn de postprandiale reactieve hypoglycemie en de verslaving geassocieerd met bepaalde door suikers gestimuleerde neurotransmitters.
Andere bestanddelen van de voeding zouden echter ook een rol kunnen spelen. De auteurs pleiten daarom voor prospectieve studies om dit verband te verduidelijken.