Een vezelrijke voeding zou bescherming kunnen bieden tegen verschillende welvaartsziekten zoals zwaarlijvigheid, hart –en vaatziekten en diabetes. Harde bewijzen hiervoor ontbreken nog. Een systematische review van 8 observationele cohortstudies concludeert dat hoge vezelinname gerelateerd is aan een verlaagd risico op optreden van een eerste beroerte.
Vezels zouden het gastro-intestinaal stelsel vertragen, een langere verzadiging bieden en een positieve invloed hebben op de bloedlipiden dankzij fermentatieprocessen in de dikke darm en hun effect op de reabsorptie van galzouten. Via deze mechanismen zouden vezels preventie kunnen bieden tegen o.a. hart –en vaatziekten, maar harde bewijzen hiervoor ontbreken echter.
In het kader van primaire preventie, publiceerde het tijdschrift ‘Stroke’ van AHA, een systematische review van 8 observationele cohortstudies (follow-ups van 9-18 jaar) die het effect van de vezelinname op het optreden van een eerste beroerte onderzochten. Zoals de meeste meta-analysen van observationele studies, is ook deze review onderhevig aan heterogeniteit. Omwille van deze reden en het beperkt aantal studies, kon er geen algemene uitspraak gedaan worden over de relatie tussen het soort vezel ((on)oplosbaar) en de voedingsbron van vezels (granen, groenten, fruit) en het risico op beroerte.
De review kan wel besluiten dat elke toename van vezelinname met 7 g het risico op beroerte vermindert met 7% (RR = 0,93). Vezelinname over de studies varieert van de hoogste inname van 35,8 g/dag tot de laagste inname van 5,8 g/dag. De resultaten van alle 8 studies werden gecorrigeerd voor factoren die het risico op beroerte kunnen beïnvloeden zoals leeftijd, geslacht, roken, gewicht,…
Hoge vezelinname is significant geassocieerd met een lager risico op eerste beroerte maar verder onderzoek is noodzakelijk voor evaluatie van het effect van het soort vezel en de voedingsbron ervan op het risico op beroertes.