Gezond eten: een kwestie van prioriteiten!
“Een evenwichtig eetpatroon.” Het zijn haast lege woorden geworden waar iedereen een eigen invulling aan geeft. Dat is weinig verwonderlijk, nu de overvloed aan informatie onze zekerheden steeds verder ondermijnt. Zoekmachines zijn zowat de voornaamste bronnen geworden van informatie over gezondheid. Influencers zetten de toon en oefenen een nieuw soort macht uit. Sociale netwerken verspreiden dan weer allerhande informatie en desinformatie over wat we wel en niet mogen eten. Centraal staan opvattingen, overtuigingen en eetgewoonten die veeleer een intellectuele behoefte lenigen, en niet zozeer tegemoetkomen aan de menselijke fysiologie.
Op zoek naar gemoedsrust vinden we altijd wel een schuldige: nu eens cholesterol, gluten of lactose, dan weer rood vlees, zuivelproducten, suiker of aspartaam. En terwijl we de ene voedingsstof afzweren, zwichten we volop voor zogenaamde superfoods, bioproducten of al wat gezond lijkt en ons een lang leven belooft.
Dergelijk gedrag ligt echter ver van wat voor de meeste volwassenen aangewezen is. Daar wil de Voedingstak verandering in brengen door het kaf van het koren te scheiden. De Voedingstak rangschikt namelijk de 5 voedingsprioriteiten die in verband worden gebracht met de grootste gezondheidsvoordelen. Het gaat om 5 kernboodschappen, door de Hoge Gezondheidsraad vastgelegd in zijn Food Based Dietary Guidelines (FBDG).
Aan dit nieuwe advies ging een nauwgezette werkwijze vooraf:
- de identificatie van de voornaamste gezondheidsproblemen gelinkt aan voeding in België;
- het rangschikken van de betrokken voedingsmiddelen, te beginnen bij de middelen waarvan een tekort of overdaad de grootste impact heeft op de gezondheid;
- het onderbrengen van de voedingsmiddelen in specifieke groepen, steunend op de Belgische nationale voedselconsumptiepeiling uit 2014 die de gangbare consumptie door de Belgische bevolking in kaart bracht;
- het formuleren van aanbevelingen voor de verschillende voedingsmiddelen en voedingsprofielen, in eerste instantie bestemd voor volwassenen in goede gezondheid.
Wat zijn de prioriteiten?
De prioriteiten werden vastgelegd op basis van de Food Based Dietary Guidlines, opgesteld door deskundigen van de Hoge Gezondheidsraad in 2019. Dit zijn hun aanbevelingen:
- Eet minstens 125 g volkoren graanproducten per dag en vervang geraffineerde granen door volkoren granen.
- Eet elke dag 250 g fruit en geef de voorkeur aan vers fruit.
- Eet elke dag 300 g groenten (vers of bereid), kies daarbij voor afwisseling en geef de voorkeur aan seizoensproducten.
- Eet minstens 1 keer per week peulvruchten.
- Eet elke dag 15 tot 25 g ongezouten en ongezoete noten of zaden.
- Beperk de zoutinname.
Merk op dat 5 van de 6 boodschappen geen beperkingen opleggen. Nochtans wordt tegenwoordig maar al te vaak gewezen op wat we minder of niet zouden moeten eten of doen. Hier wordt daarentegen opgeroepen tot een verhoogde consumptie van 5 groepen van voedingsmiddelen (volkoren granen, fruit, groenten, peulvruchten, noten & zaden).
De Voedingstak werd gezamenlijk ontwikkeld door Food in Action en het departement Voedingsleer van het Institut Paul Lambin (Haute École Léonard de Vinci). De tool steunt op advies nr. 9284 van de Hoge Gezondheidsraad en stelt de voedingsprioriteiten voor in 5 kernboodschappen (fruit en groenten zijn in 1 pijler samengevoegd).
Naast de goedkeuring van de Hoge Gezondheidsraad zette ook de FOD Volksgezondheid zijn schouders onder de Voedingstak. AVIQ aan Franstalige zijde en Gezond Leven en Vlaanderen is zorg aan Nederlandstalige kant steunen de tool eveneens.
De Voedingstak en de Voedingspiramide vullen elkaar aan
De Voedingspiramide stelt de verschillende voedingsgroepen voor die de basis vormen van een evenwichtige voeding en hun relatieve verhoudingen. Het model giet een dertigtal nutriënten in een ideaal dagelijks eetpatroon en evenwichtige verhoudingen (om te voldoen aan de nutritionele behoeften volgens de voedingsaanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad.
Anders dan de Voedingspiramide, focust de Voedingstak op de 5 voedingsprioriteiten die in verband worden gebracht met het grootste aantal levensjaren in goede gezondheid. De Voedingstak kaart bijgevolg niet alle voedingsmiddelen aan. Bij de uitwerking van de tool werd alle kennis over de link tussen etenswaren, voeding en gezondheid in rekening gebracht. De aanbevelingen steunen dus niet uitsluitend op een benadering van nutriënten. De Voedingspiramide en Voedingsdriehoek blijven pedagogisch waardevolle modellen voor een algemene benadering van voeding.
De Voedingstak reikt op zijn beurt een bijkomende en aanvullende benadering aan, meer bepaald door de aanbevelingen te kaderen. De Voedingspiramide en Voedingsdriehoek werpen slechts een hiërarchie op wat betreft de kwantitatieve verhoudingen van voedingsmiddelen. Ze geven duidelijk aan dat we meer groenten en volkoren granen moeten eten dan rood vlees en frisdrank. In een dergelijk model hebben alle boodschappen echter dezelfde waarde. Met andere woorden: de boodschap “minder rood vlees en vleeswaren eten” is even belangrijk als “meer groenten, fruit en volkoren granen eten”. Wanneer we die boodschappen echter toetsen aan gegevens die rekening houden met de link tussen voedingsfactoren en gezondheid (uit het Global Burden of Disease-project) blijkt echter duidelijk dat niet alle aanbevelingen eenzelfde effect hebben op de gezondheid.
Een voorbeeld: in 2019 werd in België een te beperkte consumptie van volkoren granen in verband gebracht met een verlies van levensjaren in goede gezondheid. Dat verlies lag 16 keer hoger dan het verlies veroorzaakt door een overmatige consumptie van rood vlees.
Tegelijk worden peulvruchten en bonen in de Voedingspiramide als een alternatief opgeworpen voor dierlijke eiwitten in vlees, gevogelte, vis en eieren. De piramide legt echter geen specifieke nadruk op de keuze voor deze eerder onopvallende alternatieven. In de Voedingstak krijgen noten en granen de aandacht die ze dagelijks verdienen, aangezien ze tot de voedingsprioriteiten behoren.
Een gedetailleerdere samenvatting van de voedingsaanbevelingen
Hier volgen de praktische voedingsaanbevelingen voor volwassen, in volgorde van belangrijkheid, zoals vastgelegd in advies nr. 9284 van de Hoge Gezondheidsraad in 2019.
PRAKTISCHE VOEDINGSAANBEVELING | TIPS/BOODSCHAPPEN | |
VOEDINGSMIDDELEN | ||
Volle graanproducten | Minstens 125 gram volle graanproducten per dag. |
|
Fruit | 250 gram fruit per dag. | Geef de voorkeur aan vers fruit. |
Groenten | 300 gram groenten per dag. | Varieer in soorten en laat je leiden door het seizoen. |
Peulvruchten | Eet wekelijks peulvruchten. | Vervang minstens één maal per week vlees door peulvruchten. |
Zaden en noten | 15 tot 25 gram per dag. | De voorkeur gaat uit naar producten rijk aan omega-3 (bv. walnoten). Kies voor noten en zaden zonder zoute of zoete omhulsels. |
Melk en melkproducten | Gebruik tussen 250 en 500 ml melk of melkproducten per dag. | Bij een verbruik lager dan 250 ml/d moet aandacht gaan naar andere bronnen van eiwit, calcium en vitaminen. |
Vis, schaal- en schelpdieren | Eet één tot twee maal per week vis, schaal- of schelpdieren, waarvan één maal vette vis. | Eet één tot twee maal per week vis, de voorkeur gaat uit naar duurzame vissoorten rijk aan omega-3 vetzuren. |
Rood vlees | Eet maximaal 300 gram rood vlees per week. |
|
Vleeswaren | Eet maximaal 30 gram bewerkt vlees per week. | Vervang fijne vleeswaren (charcuterie) door visconserven, garnering op basis van peulvruchten of groenten, fruit, verse kaas. |
Dranken en voedingsmiddelen met toegevoegde suiker | Drink zo weinig mogelijk dranken met toegevoegde suiker. | Geef de voorkeur aan dranken zonder toegevoegde suiker met als eerste keuze water. |
VOEDINGSTOFFEN * | ||
Calcium | Streef naar een voldoende inname van calcium uit verschillende bronnen, waaronder melk en melkproducten. | Gebruik dagelijks minimum 950 mg calcium. |
Poly-onverzadigde vetzuren met focus op omega-3 vetzuren | Verkies koolzaad-, soja-, en walnootolie en gebruik noten en zaden. | Verkies niet-tropische oliën, smeervetten en vloeibare bak- en braadvetten ter vervanging van harde margarines en boter. |
Natrium en zout | Beperk uw zoutinname tot maximaal 5 gram zout per dag. | Kies voor producten arm aan zout en beperk het toevoegen van zout aan bereidingen en aan tafel. Kruiden en niet-gezouten specerijen zijn goede alternatieve smaakmakers. |
*zie ook: HGR _ Hoge Gezondheidsraad. Voedingsaanbevelingen voor België – 2016. Brussel: HGR; 2016. Advies nr. 9285.