Indiase onderzoekers zijn erin geslaagd om voor het eerst de associatie tussen zwaarlijvigheid en een verminderde vruchtbaarheid bij de man precies te karakteriseren aan de hand van een nauwkeurige analyse van menselijk sperma.
De lijst van negatieve effecten geassocieerd met zwaarlijvigheid lijkt eindeloos lang … Eerder werd al gesuggereerd dat gewichtsverlies bij zwaarlijvige vrouwen en mannen met vruchtbaarheidsproblemen een positief effect kan hebben op het slaagpercentage van de vruchtbaarheidsbehandeling.
Bij mannen met zwaarlijvigheid werd de kwaliteit van het sperma vaak met de vinger gewezen. Dankzij een nauwkeurige analyse van sperma is het nu echter voor het eerst mogelijk om die associatie tussen zwaarlijvigheid en een verminderde vruchtbaarheid bij de man te objectiveren en beter te karakteriseren.
Minder en slecht gevormde spermatozoïden tasten vruchtbaarheid aan
Het onderzoek werd gedaan door een team van het Center for Assisted Reproduction van de Krishna IVF Clinic in Visakhapatnam (India). Aan de hand van een computerondersteunde analyse bestudeerden ze op retrospectieve wijze de spermakwaliteit van een cohort van 1285 mannen.
De resultaten, die werden gepubliceerd in het tijdschrift Andrologia, tonen aan dat zwaarlijvigheid (BMI van 30 en hoger) significant geassocieerd is met heel wat gemeten parameters. Zo observeren de onderzoekers bij zwaarlijvigheid een afname van het volume en de concentratie van het sperma, van het aantal spermatozoïden en van hun beweeglijkheid. Bovendien observeren ze in verhouding meer spermatozoïden met gebreken.
Algemeen lopen zwaarlijvige mannen 67% meer risico op oligospermie en 82% meer risico op asthenospermie vergeleken met niet-zwaarlijvigen. De auteurs concluderen dat clinici bij medisch geassisteerde voortplanting rekening zouden moeten houden met die parameter.
Afvallen als koppel
Schotse onderzoekers gaan zelfs nog verder. Zij adviseren zwaarlijvigen met vruchtbaarheidsproblemen om als koppel een programma voor gewichtsverlies te volgen, en niet een van beide partners alleen.
Ze motiveren die aanpak met het zeer hoge mislukkingspercentage bij individueel gewichtsverlies, en met het feit dat koppels soms een vergelijkbare corpulentie hebben en er vooral ook vergelijkbare gewoonten qua voeding en lichaamsbeweging op na houden. Volgens de onderzoekers zou het gemakkelijker zijn om als koppel te werken aan gedragsverandering en blijvend gewichtsverlies, en elkaar daarbij te steunen.