Voor de volksgezondheid is het streven naar een gezonde levensstijl en voedingspatroon een primordiaal doel. Dit doel kan enkel bereikt worden wanneer de krachten van de verschillende partijen gebundeld worden, dit blijkt althans uit het recente symposium Voeding en Communicatie.
Ook al is onze kennis rond voeding en het effect van voeding op de gezondheid de laatste jaren sterk geëvolueerd, lijkt het alsof dit geen invloed heeft op de volksgezondheid… Het is niet omdat iets geweten is dat het ook daadwerkelijk door de bevolking aangenomen wordt in het dagelijkse leven.
Samenwerken voor de volksgezondheid
Nog te vaak wordt gekeken naar het gedrag van de consument, naar zijn voedingspatroon en het resultaat hiervan. Om naar een gezond eetpatroon te streven moet echter het totaalplaatje bekeken worden. Ook de overheid, de voedingsindustrie en de organisaties hebben een belangrijke taak, bevestigen verschillende sprekers op het symposium.
Het belang van een samenwerking tussen de verschillende partijen voor een eenduidige berichtgeving komt nogmaals naar voor tijdens de paneldiscussie met verschillende vertegenwoordigers van Gezond Leven, de Federatie van de Belgische Voedingsindustrie-Vlaanderen, Eos-redacteur, Nutrition Information Center en de VBVD.
Communicatietechnieken voor gedragsverandering
De Professor Tim Smits, communicatie-expert aan de KULeuven, wijst op de verschillen tussen het geven van informatie en het communiceren. Dit laatste moet namelijk overtuigen. De juiste vorm van communicatie kan een gedragsverandering te weeg brengen. Zo zijn er twee vormen van communicatie die regelmatig gebruikt worden maar ondoeltreffend blijken te zijn:
- Ontkenning: “doe dit niet” (bv.eet geen chocolade), de persoon denkt automatisch aan het voedingsmiddel terwijl hij de consumptie ervan net moet beperken.
- Slechte groepsnorm: “ruim de helft van de Belgen doet dit” (bv. te veel chocolade eten), waardoor de persoon de indruk krijgt dat het zo erg nog niet is, als toch de helft van de Belgen het doet.
Daarentegen bestaan bepaalde strategieën, die zowel gezond eetgedrag kunnen bevorderen als ongezond eetgedrag kunnen tegengaan:
- Bij het geven van kleinere porties wordt minder gegeten dan wanneer de porties groter zijn.
- Een kleinere afbeelding op de verpakking zorgt voor een beperktere voedingsinname.
Marleen Finoulst, die recent een boek uitbracht over voedingsmythes (1), wees dan weer op het wantrouwen van de consument in de overheid, een gevoel dat versterkt wordt door gebeurtenissen zoals bv. de fipronilcrisis. Daarbij ondervindt de consument een zekere angst voor voedsel met bepaalde substanties die hem onveilig lijken, zoals aspartaam, gluten en E-nummers, ook al vormen deze geen risico. De foute perceptie van bepaalde elementen wordt versterkt door boodschappen op verschillende voedingsmiddelen, zoals bv. “met natuurlijke zoetstof”, “vrij van…”. Daarnaast gaat de media ook al te vaak genuanceerde boodschappen vereenvoudigen waardoor paniek gezaaid wordt bij de consument. Deze misvattingen uit de media maakt de communicatie over voeding en gezondheid er niet eenvoudiger op.