Het Franse nationale agentschap voor veiligheid en gezondheid (Anses) raadt vrouwen in de vruchtbare leeftijd en kinderen af om groot wild te eten, zodat de blootstelling aan dioxines, PCB’s, cadmium en lood beperkt blijft. Voor de rest van de bevolking zou de wildconsumptie niet hoger mogen liggen dan 3 porties per jaar.
In Frankrijk wordt heel wat wild gegeten: door de 1,2 miljoen Franse jagers, maar ook door hun vrienden en familie. Wie wild op het menu zet, loopt echter het risico op verontreiniging met dioxines, PCB’s, cadmium en lood. Deze stoffen zijn afkomstig uit het leefmilieu van de dieren (bodem, lucht, water en vegetatie), maar ook van de munitie die de jagers gebruiken.
Vrij wild bevat gemiddeld driemaal zoveel chemische contaminanten als gekweekt wild. Dat geldt vooral voor lood. Door de fragmentatie van de kogels komt er lood terecht in het vlees van groot wild (everzwijnen, herten, reeën enz.). Dat verklaart de hoge loodwaarden die we in het vlees rond de kogelwond aantreffen. In de Etudes de l’alimentation Totale (EAT) benadrukt het Anses dat wild wel eens de grootste oorzaak zou kunnen zijn van orale bloostelling aan lood.
Wild en risico op loodvergiftiging
De gezondheidsrisico’s zijn bepaald niet min. Dioxines en PCB’s worden door de WGO ingedeeld bij de kankerverwekkende stoffen en zouden ook betrokken zijn bij obesitas. Langdurige blootstelling aan cadmium kan naast kanker ook nierschade, botfragiliteit en vruchtbaarheidsstoornissen veroorzaken.
Lood tast met name het centrale zenuwstelsel aan tijdens de ontwikkeling van het embryo en de foetus. Het kind kan dan symptomen vertonen van loodvergiftiging (neurologische problemen en gedragsstoornissen).
Verschillende maatregelen
Om het risico op loodvergiftiging zo laag mogelijk te houden, doet het Anses de volgende aanbevelingen:
- Gebruik geen loden kogels bij de jacht, en snijd het vlees rond de kogelwond weg.
- Beperk de consumptie van groot vrij wild tot drie keer per jaar.
- Vrouwen in de vruchtbare leeftijd en kinderen zouden geen groot vrij wild moeten eten. Lood is immers schadelijk voor de ontwikkeling van de foetus, het embryo en het jonge kind.
Voor deze evaluaties en aanbevelingen baseert het Anses zich op de sinds 2007 uitgevoerde monitoring- en controleplannen (PSPC). Helaas geven deze enkel informatie over het vlees en de lever van groot wild (herten en everzwijnen). De resultaten van deze analyses zijn dan ook niet compleet. Verder onderzoek, onder meer naar klein wild, is noodzakelijk.