Er bestaat geen overtuigend bewijs voor een verband tussen de aardappel en het risico op obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten, zo concludeert een nieuwe systematische literatuurreview. Met één uitzondering: friet.
Aardappels hebben een hoge glycemische index
Volgens de voedingsaanbevelingen eten we te weinig voedingsmiddelen die complexe koolhydraten bevatten, zoals aardappels. Toch raden de meeste diëten, en ook sommige eetmodellen voor een evenwichtige voeding, net aan om aardappels te vermijden.
Tegenstanders van de aardappel baseren zich op de resultaten van enkele studies, die de consumptie van aardappels associëren met obesitas, type 2-diabetes en hart- en vaatziekten. Dit met name vanwege de hoge glycemische index. Onderzoekers van de universiteit van Kopenhagen in Denemarken hebben daarom een systematische review uitgevoerd van studies rond aardappelconsumptie bij gezonde volwassenen.
La naissance du goût
In totaal kwamen dertien studies in aanmerking voor de review, en dit waren stuk voor stuk observatiestudies. De auteurs preciseren dat negen van deze studies een groot risico vertonen op bias, drie een matig risico en één een kritiek risico.
Twee studies geven een neutraal verband aan tussen het eten van aardappels (met uitzondering van friet) en zwaarlijvigheid, twee andere studies een positief verband. Friet eten was echter wél duidelijk geassocieerd met overgewicht.
Voor type 2-diabetes rapporteerden twee studies een positieve associatie met aardappels, vijf een neutrale of negatieve associatie. Ook in dit geval werd friet eten geassocieerd met type 2-diabetes. Er werd geen verband waargenomen voor het cardiovasculair risico. Op basis van deze gegevens kunnen we de aardappel dus niet uitroepen tot publieke vijand – met uitzondering dan van friet.