In deze uitgebreide studie met een gemiddelde follow-up van 33 jaar wordt boter geassocieerd met een toename in de mortaliteit, terwijl plantaardige oliën een omgekeerde associatie laten zien. Maar tegen alle verwachtingen in heeft boter geen effect op de cardiovasculaire sterfte…
Al meer dan een halve eeuw lang stelt de theorie over verzadigde vetzuren boter in een negatief daglicht terwijl onverzadigde plantaardige oliën positief worden bekeken. De reden: verzadigde vetzuren verhogen het LDL-cholesterolgehalte, wat het risico op hart- en vaatziekten vergroot. In de afgelopen jaren heeft de theorie over verzadigde vetzuren echter een klap gekregen. Zo worden zuivelproducten, die bestaan uit een vetfase die rijk is aan verzadigde vetzuren, niet in verband gebracht met het verhoogde cardiovasculaire risico dat hun lipidenprofiel zou suggereren… Recent onderzoek naar boter in het bijzonder heeft gemengde resultaten opgeleverd. Om nog maar te zwijgen van de transvetzuren in plantaardige alternatieven zoals margarines, die in de jaren 1980 aan het licht kwamen. Van transvetzuren is aangetoond dat ze veel schadelijker zijn voor de gezondheid dan verzadigde vetzuren…
Lees ook: Welk effect heeft kokosolie op de cholesterolspiegel?
Boter en olie, aan tafel en om te koken
In deze studie onder de cohorten van de Health Professionals Follow-up Study (1990-2023), Nurses’ Health Study (1990-2023) en Nurses’ Health Study II (1991-2023), analyseerden de onderzoekers de consumptie van plantaardige oliën, zoals saffloer, soja, koolzaad en maïs, evenals boter, zowel aan tafel als om te koken. De gegevens hebben betrekking op meer dan 220.000 volwassenen die gemiddeld 33 jaar werden gevolgd. Het primaire doel was om de totale sterfte te onderzoeken en het onderscheid tussen cardiovasculaire sterfte en kankersterfte. Om dit te kunnen doen, werden de gegevens gecorrigeerd voor een aantal verstorende factoren zoals ras en etniciteit, alcoholgebruik, BMI, roken en mate van lichamelijke activiteit. Deze correctie was nodig omdat zware botereters met een hogere BMI en energie-inname meer geneigd zijn om te roken en meestal minder lichamelijk actief zijn.
Lees ook: Camelinaolie: meer dan een modegril?
Mortaliteit gelinkt aan soort vet
De resultaten laten zien dat mensen die het meest boter consumeren 15% meer risico lopen op totale sterfte dan mensen die het minst boter consumeren. Omgekeerd hadden zij die het meest plantaardige oliën consumeerden een 16% lager risico op totale sterfte dan diegenen die er het minst van consumeerden.
Wat het type olie betreft, wees het onderzoek op een significant verband voor koolzaad-, soja- en olijfolie, met een vermindering van respectievelijk 15%, 6% en 8% per toename van 5 gram. Het risico van sterfte door kanker bleek met 11% te dalen per 10 gram plantaardige olie, en het risico op cardiovasculaire mortaliteit met 6% per 10 gram olie. Omgekeerd verhoogt het risico op overlijden door kanker met 12% per 10 gram boter. Vreemd genoeg blijkt er geen verband tussen boterconsumptie en cardiovasculaire sterfte.
Deze gegevens zijn in overeenstemming met de voedingsaanbevelingen, die de voorkeur geven aan bronnen van onverzadigde vetten boven verzadigde vetten. Er is echter nog verder onderzoek nodig om de betrokken mechanismen en de effecten van andere plantaardige oliën (evenals margarines en andere plantaardige vetten die als broodbeleg en bij het koken worden gebruikt) te verduidelijken.
Lees ook: Zorgt vet voor angstgevoelens?