Het restenarm dieet is een belangrijke dieetmaatregel geworden in de behandeling van chronische darmziekten. Deze nieuwe review suggereert echter dat er onvoldoende bewijs is om een dergelijk dieet aan te bevelen.
Voorbeelden van chronische darmontstekingen zijn de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Beide worden gekenmerkt door een afwisseling van opflakkeringen en remissies. Deze Canadese review, gepubliceerd in Nutrients, evalueert de doeltreffendheid van de verschillende diëten die worden ingezet om de ziekte onder controle te houden.
Restenarm dieet niet doeltreffend
Tijdens perioden van opstoten is een restenarm dieet vaak de eerste dieetmaatregel. De studie met 70 Crohn-patiënten waarnaar de auteurs verwijzen, toont echter geen enkele verbetering aan in de ontwikkeling van de ziekte bij een dergelijk dieet in vergelijking met een dieet zonder beperkingen. Bovendien kan een restenarm dieet de samenstelling van de microbiota in de darmen wijzigen, wat mogelijk geassocieerd is met chronische darmontstekingen. Tot slot lijken de ontstekingsmarkers zich niet te normaliseren door een restenarm dieet. Met uitzondering van patiënten met obstructies en stricturen in de darmen is een restenarm dieet dus niet aangewezen, ook niet op lange termijn, door de mogelijke negatieve gevolgen.
Meer oplosbare vezels
De auteurs adviseren om meer fruit en groenten, vis, gevogelte, oplosbare vezels (haver, vlozaad, graangewassen), goede vetten (zoals olijfolie) en noten- en zadenpasta met ongeharde vetten te eten. Afhankelijk van de tolerantie raden ze ook meer onoplosbare vezels (volle granen), zuivelproducten, noten en zaden aan. De consumptie van rood vlees, bewerkt vlees, suikerhoudende dranken, vruchtensappen, snoep, sterk bewerkte voedingsmiddelen, saffloer- en maïsolie, margarine en fastfood blijft dan weer beter beperkt. Ook trendy diëten zoals het paleodieet kan men beter vermijden.