Het is een feit dat de overweldigende meerderheid van wie afslankt, achteraf weer bijkomt. Er zijn nog niet veel onderzoeken die dit ondersteunen, maar we mogen redelijkerwijs aannemen dat het gebrek aan aandacht voor de psychologische en gedragsfactoren tijdens het dieet hierbij een rol speelt.
Het jojo-effect – opeenvolgende periodes van gewichtsverlies en gewichtstoename – is allesbehalve een verzinsel. Een jaar na het einde van een dieet hebben vier personen op vijf hun verloren gewicht er weer bij1, en in de jaren daarna gaat die gewichtstoename gewoon verder. Het expertencomité gespecialiseerd in de menselijke voeding van Anses, het Franse agentschap voor veiligheid van voedsel, milieu en werkomgeving, is formeel: diëten kunnen hun beloften niet waarmaken en het belangrijkste risico van een dieet is gewichtstoename achteraf2.
Als verklaring voor dit fenomeen wordt vaak een fysiologisch argument naar voren geschoven: een daling van het gewicht gaat altijd gepaard met een verlaging van het basaal metabolisme, wat leidt tot een stijging van het gewicht wanneer de voedselinname opnieuw toeneemt na het dieet. Dit verklaart echter niet alles! Ook psychologische en gedragsfactoren spelen een belangrijke rol bij het jojo-effect.
Wanneer ons hoofd zich vergist
In normale omstandigheden wordt onze voedselinname efficiënt geregeld door ons honger- en verzadigingsgevoel. Hierdoor kunnen we zonder te overdrijven de voeding consumeren die ons genot schenkt. Tijdens een dieet moeten we echter ook rekening houden met andere informatie, zoals de frequentie en de samenstelling van de maaltijden. Deze cognitieve controle van voeding berust echter vaak op vereenvoudigingen, en die kunnen ons mogelijk op een dwaalspoor brengen.
Het is bewezen dat de cognitieve controle van voeding leidt tot een onevenwichtige voeding3. Om de voedingskeuze te vergemakkelijken worden voedingsmiddelen bijvoorbeeld geklasseerd volgens hun energiedichtheid: calorierijk tegenover caloriearm. Deze dichotome classificatie kan verschillende ongewenste effecten meebrengen.
Ten eerste bestaat het risico dat we de voedingsmiddelen die ‘goed zijn voor de lijn’ in grote hoeveelheden beginnen te consumeren, waardoor deze ondanks hun gezonde imago tóch overtollige calorieën aanvoeren. Daarnaast vereist dit systeem dat we continu op onze hoede blijven voor voedingsmiddelen die ‘slecht zijn voor de lijn’, waardoor we daar bijna continu aan blijven denken en de aantrekkelijkheid en verleiding van deze voedingsmiddelen des te groter wordt. Doordat de consumptie van deze voedingsmiddelen zo strikt is, hebben we bovendien de neiging om, áls we de limiet dan overschrijden, meteen overdreven veel te consumeren, waardoor het beoogde positieve effect van de voedingsbeperking volledig teniet wordt gedaan.
Ook emoties spelen een rol
Het gebeurt wel eens: we snakken naar iets calorierijks om onszelf op te beuren bij een negatieve emotie. Dat is geen enkel probleem als het sporadisch gebeurt en als het voedingsmiddel ons genot verschaft en zijn emotionele functie vervult. In het kader van een dieet zal dit plezier echter van zeer korte duur zijn en al snel plaats maken voor andere negatieve emoties, zoals schuldgevoel of schaamte, terwijl die snack oorspronkelijk net bedoeld was om ons op te beuren.
Het beheersen van de emoties is een extreem gevoelig punt tijdens een dieet, temeer omdat de controle van de voedingsinname zo veel aandacht opeist dat dit op zich een bron van stress wordt. De andere negatieve emoties die we normaal ervaren in het dagelijkse leven komen hier nog bovenop, en kunnen samen te veel zijn om te dragen. Als gewoonlijk licht stresserende gebeurtenissen leiden tot negatieve emoties, die op hun beurt zin geven om te eten, hoeft het niet te verwonderen dat we het moeilijk hebben om ons dieet goed te blijven volgen… of dat we er zelfs de brui aan geven.
Het dieet davert op zijn grondvesten
Het principe van het dieet lijkt logisch: als overtollig gewicht het gevolg is van een te hoge calorie-inname ten opzichte van het verbruik, volstaat het om de balans om te keren. Volgens de experts van Anses klopt deze lineaire logica echter niet, omdat ze geen rekening houdt met de talloze psychologische, sociale en omgevingsvariabelen die ook een rol spelen in het gewichtsevenwicht.
Eigenwaarde is hier het sleutelwoord. Veel mensen beginnen met een dieet omdat ze niet tevreden zijn over hun lichaam. Met een dieet willen ze hun zelfbeeld en hun beeld voor de buitenwereld verbeteren, want gewichtscontrole wordt beschouwd als een teken van persoonlijke bekwaamheid. Ze overschatten echter de invloed van het lichaamsgewicht op hun externe imago en op de indruk die anderen hebben van hun bekwaamheid.
Het is bewezen dat diëten de eigenwaarde verhogen op korte en op middellange termijn… maar dat ze deze aanzienlijk verlagen op lange termijn4! Bij het begin van het dieet beginnen we gewicht te verliezen, het dieet lijkt te werken. Als gevolg echter van fouten in de cognitieve controle van de voeding en het sterkere effect van negatieve emoties in de loop van het dieet, vertraagt het gewichtsverlies echter of stopt het zelfs helemaal. En zelfs als we het dieet goed volhouden en we ons streefgewicht bereiken, voelen we ons misschien niet mooier, en bekwamer al evenmin… De teleurstelling ligt op de loer, en zo komen de verloren kilo’s er al snel terug bij.
Wat als we het probleem omgekeerd zouden aanpakken?
Als een bepaalde aanpak geen efficiënte oplossing biedt voor problemen die nochtans wel degelijk aanwezig zijn, is het normaal dat we die aanpak op een bepaald moment opgeven. We leggen de oorzaak voor de mislukking echter niet bij het dieet, maar wel bij onszelf. We zijn overtuigd van onze onbekwaamheid en zullen opnieuw proberen gewicht te verliezen op dezelfde manier. Geen wonder dat een dieet vaak leidt tot psychologische en emotionele ontevredenheid…
Als we een dieet wél willen laten slagen, zou het nuttig zijn om vooraf ons zelfbeeld op te krikken en onze emoties te leren beheersen. Zo zullen we beter gewapend zijn om het overgewicht op een doeltreffende manier en met meer realistische verwachtingen aan te pakken. Misschien volstaat dit zelfs om ons zelfbeeld en onze levenskwaliteit te verhogen, waardoor diëten eigenlijk overbodig wordt…
Referenties: 1. Wing R.R., Phelan S., Am J Clin Nutr, 2005; 82 (1 Suppl): 222S-225S. 2. ANSES, Evaluation des risques liés aux pratiques alimentaires d’amaigrissement – Rapport d’expertise collective, November 2010. 3. Lluch A. et al., Int J Obes Relat Metab Disord, 2000; 24(11): 1493-9. 4. Bacon L. et al., J Am Diet Assoc, 2005; 105(6): 929-36.
FIA 17 – December 2012