Kiezen we beter voor vetarme voeding, of is koolhydraatarm eten meer aangewezen? Die vraag is al tientallen jaren voer voor discussie. Nu toont een uitgebreid onderzoek aan dat niet zozeer het gehalte aan vetten of koolhydraten belangrijk is, maar wel de kwaliteit.
Al decennialang schuiven officiële voedingsaanbevelingen koolhydraten naar voren als voornaamste energiebron in ons eetpatroon. De hoeveelheid vetten dienen we volgens de aanbevelingen dan weer te beperken. Toch worden koolhydraatarme (en dus vetrijke) eetpatronen al net zo lang interessant genoemd. Ze zouden meer bepaald beter afgestemd zijn op onze fysiologie.
In de jaren 70 al schreef het Atkins-dieet een koolhydraatarme voeding voor. En het recentere – en extremere – ketogene dieet bant nagenoeg alle koolhydraten uit ons eetpatroon. Maar welke aanpak is nu de beste? Deze uitgebreide studie reikt alvast enkele antwoorden aan.
Meer leesvoer: Het ketogeen dieet: de nieuwe trend die niet overtuigt
De kwaliteit van voeding evalueren
Dit onderzoek werd gevoerd door wetenschappers van de Harvard T.H Chan School of Public Health in Boston (VS). Zij bogen zich meer bepaald over een cohort van 37.233 Amerikanen van 20 jaar en ouder. De deelnemers werden in groepen ondergebracht naargelang de hoeveelheid energie die ze uit koolhydraten, dan wel uit vetten haalden.
Wat dit onderzoek zo waardevol maakt, is echter dat de wetenschappers nog een ander aspect belichtten. Ze maakten immers ook een onderscheid tussen gezonde en ongezonde koolhydraat- en vetarme voeding. Om dat onderscheid te kunnen maken, keken de onderzoekers naar de hoeveelheid ‘slechte’ suikers (toegevoegde suikers, geraffineerd zetmeel enz.) en ‘goede’ suikers (volkoren granen) in de voeding. Ze brachten ook de eiwitten van dierlijke of plantaardige oorsprong in kaart, net als de verzadigde en onverzadigde vetzuren.
Meer leesvoer: Lowcarb- of lowfatdieet? Het resultaat is hetzelfde, ondanks de genetica
Koolhydraten of vetten? Het maakt niet uit…
De resultaten steunen op de gegevens van 297.769 persoonsjaren. Wanneer uitsluitend gekeken wordt naar de hoeveelheid koolhydraten en vetten, blijken noch een koolhydraatarme voeding, noch een vetarme voeding een impact te hebben op de mortaliteit.
Wanneer daarentegen ook rekening wordt gehouden met de kwaliteit van de voeding, merken de onderzoekers wel een verschil. Zowel koolhydraat- als vetarme voeding van lage nutritionele kwaliteit worden in verband gebracht met een toegenomen mortaliteit. Voeding met een hoge voedingswaarde doet de mortaliteit dan weer afnemen. Hoewel dat niet meer dan logisch is, moest het toch ooit eens worden aangetoond!
Meer leesvoer: Koolhydraat-insulinemodel voor zwaarlijvigheid