Deze nieuwe studie wijst uit dat, in tegenstelling tot wat eerder werd gedacht, het cholesterolverlagende effect van bètaglucanen niet toe te schrijven is aan een verlaagde cholesterolopname in de darmen.
Gerst- en havervezels onderscheiden zich van andere graansoorten door hun hoge gehalte aan bètaglucanen. Deze oplosbare vezels veroorzaken andere biologische reacties dan bijvoorbeeld tarwe. De EFSA heeft hieromtrent trouwens twee gezondheidsclaims goedgekeurd: een verlaging van het cholesterolgehalte en een verlaging van het postprandiale bloedglucosegehalte. De verklaring die hiervoor vaak naar voren wordt geschoven, is dat bètaglucanen een gel vormen die de opname van cholesterol in de darmen afremt en de maaglediging vertraagt, zodat een betere regeling van de glycemische piek ontstaat. Nieuw onderzoek werpt echter een ander licht op het achterliggende mechanisme.
3 g bètaglucanen per dag
Deze nieuwe studie werd uitgevoerd door een onderzoeksteam aan de Universiteit van Manitoba in Winnipeg (Canada). Eerder werk suggereerde dat het belangrijkste cholesterolverlagende mechanisme niet de verminderde cholesterolopname door de darmen was, maar wel de verhoogde afscheiding van galzouten, wat dan weer leidt tot een hogere productie ervan.
Voor alle duidelijkheid: het gaat om een cross-overonderzoek in vier fasen bij 30 personen die kampten met een lichte cholesterolverhoging, maar voor de rest in goede gezondheid waren. De deelnemers kregen gedurende 5 weken bij het ontbijt willekeurig bepaalde types en dosissen bètaglucanen uit gerst toegediend:
- 3 g bètaglucanen met een hoog moleculair gewicht.
- 3 g bètaglucanen met een laag moleculair gewicht.
- 5 g bètaglucanen met een laag moleculair gewicht.
- controlegroep.
3 g bètaglucanen is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor de gezondheidsclaim met betrekking tot het cholesterolgehalte.
Verhoging van de galafscheiding
Enkel de groep die 3 g bètaglucanen met een hoog moleculair gewicht kreeg, vertoont een significant verschil tegenover de controlegroep. De resultaten tonen een duidelijke verhoging aan van de afscheiding van het secundaire galzout lithocholine, wat zich vertaalt in een verhoogde afscheiding van cholesterol via de galzuren.
Op basis van de aanwezigheid van carbonzuren met korte keten stellen de onderzoekers bovendien een betere fermentatie vast. Dat laatste mechanisme zou zowel de cholesterolverlagende werking van deze vezels kunnen verklaren als de gunstige impact op de darmpermeabiliteit die recent werd aangetoond.