Er mag dan geen bewijs zijn om hyperfagie als verslaving te klasseren, het concept moet wel onder de loep genomen worden, omdat het kan leiden tot een waaier aan nieuwe behandelingen en benaderingen voor obesitas”, aldus een neurowetenschapper aan de universiteit van Göteborg, die haar theorie uiteenzette tijdens het 26e congres van het European College of Neuropsychopharmacology (ECNP) in Barcelona.
Professor Suzanne Dickson, neurowetenschapper aan het instituut voor neurowetenschappen van de universiteit van Göteborg (Zweden) herinnert ons aan de frequentie van ‘addictive-like’ eetgedrag, gekenmerkt door een buitensporige voedselinname, bij zwaarlijvige personen en het belangrijke verschil met andere verslavingen: in tegenstelling tot alcohol-, drugs- of gokverslavingen is voedselconsumptie essentieel om te overleven.
Uit onderzoek blijkt dat 10 tot 15% van de zwaarlijvige patiënten dit verslavend eetgedrag vertoont, waarbij ze te veel gaan eten en de controle over hun eetgedrag verliezen. Dat betekent echter niet noodzakelijk dat deze patiënten een verslaving hebben. Bovendien kunnen ook personen met een normaal gewicht lijden aan boulimische hyperfagie.
Er is maar weinig wetenschappelijk bewijs om een klinisch verslavingssyndroom te staven: uit de analyse van hersenscans van zwaarlijvige patiënten blijkt dat bepaalde hersendelen betrokken bij belonings- en verslavingsprocessen een gewijzigde respons vertonen bij personen met hyperfagie als zij geconfronteerd worden met beelden van appetijtelijke voedingsmiddelen. De verschillen in de hersenrespons bij magere en obese personen die beelden van voedingsmiddelen te zien krijgen, zijn echter zeer uiteenlopend en volstaan niet om het klinische concept van een voedselverslaving te rechtvaardigen.
De voornaamste bewijzen van een voedselverslaving werden bij dieren verzameld en zijn niet noodzakelijk van toepassing op de mens. Een formele diagnose van een voedselverslaving vergt een meer solide gegevensbasis, die bewijst dat bepaalde ingrediënten in voedingsmiddelen verslavende eigenschappen vertonen die identiek zijn aan die van verboden stoffen. Kortom: het idee dat bepaalde voedingsmiddelen een verslavingsproces kunnen veroorzaken bij kwetsbare personen blijft discutabel.
Het concept van een ‘voedselverslaving’ erkennen zou ons in staat stellen om een redelijke verklaring te vinden voor een gedrag dat momenteel als ‘buitensporig’ wordt bestempeld, maar niet als een ziekte wordt beschouwd. Een voedselverslaving erkennen als een volwaardige ziekte, met een formele diagnose, zou de stigmatisering van patiënten tegengaan en een verklaring voor hun gedrag bieden aan hun omgeving en de maatschappij. Ten slotte zou het de rol van de hersenen in de ontwikkeling van obesitas in een totaal ander licht plaatsen en het pad effenen voor nieuwe farmacologische behandelingen geïnspireerd op onderzoek rond verslaving. Professor Dickson besluit dat we nood hebben aan dergelijke nieuwe perspectieven om de obesitasepidemie tegen te gaan.
Hieronder vindt u een overzicht van de voornaamste conclusies van dit onderzoek naar voedselverslavingen in het kader van het NeuroFAST-project, een onderzoeksprogramma gefinancierd door de Europese Unie en gecoördineerd door prof. Suzanne L. Dickson:
- Aan de hand van de huidige gegevens kunnen we niet besluiten dat één enkele voedingsstof via een specifiek neurobiologisch mechanisme (bijvoorbeeld via specifieke receptoren in de hersenen of welbepaalde zenuwbanen) een verklaring kan vormen voor een buitensporige voedselinname en de ontwikkeling van obesitas.
- Bij de mens is er geen enkel bewijs dat een specifiek voedingsmiddel, ingrediënt of voedseladditief een vorm van verslaving veroorzaakt (met uitzondering van cafeïne).
- Boulimische hyperfagie verschilt duidelijk van verslavingsstoornissen, die afhankelijk zijn van specifieke mechanismen, bijvoorbeeld alcohol- of cocaïneverslaving, of roken.
- Vandaag kan een voedselverslaving niet opgespoord worden op basis van een reeks medisch of psychologisch erkende criteria,
Maar:
- Bij de obesitaspatiënten lijdt een grote subgroep van patiënten aan voedselverslavingen.
- En een ‘addictive-like’ eetgedrag kan, in zeldzame gevallen, veroorzaakt worden door genetische mutaties die het hongergevoel verhogen en het verzadigingsgevoel verlagen.
Kortom, er is nood aan bijkomend onderzoek bij dieren en bij de mens om een beter inzicht te krijgen in de mechanismen betrokken bij de ontwikkeling van een addiction-like eetgedrag en om de pertinentie ervan te evalueren bij de ontwikkeling van obesitas.