Het ontbijt is een belangrijke maaltijd, maar het effect op de cognitieve prestaties hangt af van de samenstelling ervan.
Verschillende studies hebben er al op gewezen hoe belangrijk het ontbijt is voor de cognitieve prestaties in de loop van de ochtend. Dit effect wordt met name toegeschreven aan de toevoer van glucose naar de hersenen. Andere studies suggereren dat ook de regulering van de bloedsuikerspiegel invloed kan hebben op de cognitieve functies.
Een nieuwe studie, uitgevoerd door een team van de universiteit van Lund in Zweden, legt het verband tussen het type ontbijt, de glycemische index en de geleverde prestaties. In deze studie kregen 40 volwassenen volgens een cross-overschema ofwel wit brood met een hoge glycemische index te eten ofwel hetzelfde brood verrijkt met guargom, een oplosbare vezel die de glycemische index van het voedsel verlaagt.
De resultaten wijzen uit dat de cognitieve functies, getest 22-75 minuten na de maaltijd, beter waren bij de personen die het met vezels verrijkte brood hadden gegeten. Ze geven ook een verband aan tussen een betere glycemische controle en verbeterde cognitieve prestaties. De gegevens tonen dat het belangrijk is een bron van koolhydraten te voorzien bij het ontbijt, maar wijzen eveneens op het belang van factoren die de glycemische index kunnen verlagen, zoals oplosbare vezels of variatie in de samenstelling van de maaltijd.