Er bestaan heel wat verbanden tussen voeding en gezondheid, en we komen er ook steeds meer over te weten. Wat zou echter prioriteit moeten krijgen voor de volksgezondheid? Een overzicht van de 10 prioriteiten die werden bepaald voor België.
Iedereen is het erover eens dat onze eetgewoonten een bepalende factor zijn voor onze gezondheid. Over welke voedingsmaatregelen voorrang moeten krijgen voor de volksgezondheid, lopen de meningen echter uiteen: fruit en groenten, volkorengranen, vlees, suikers, gluten, allergenen? De lijst met kandidaten is lang. Daarom is het belangrijk om een ‘evidence-based’ procedure te hanteren bij het bepalen en indelen van de voedingsfactoren die het zwaarst doorwegen op onze gezondheid.
Voeding, de tweede risicofactor voor morbiditeit
We kunnen daarvoor gebruikmaken van DALY (Disability Adjusted Life Years), een indicator voor volksgezondheid die het aantal levensjaren uitdrukt, gecorrigeerd voor ziekte en vroegtijdige sterfte. Met dit systeem kun je in cijfers uitdrukken hoeveel gezonde levensjaren verloren gingen door diverse aandoeningen of voedingsfactoren.
Het project Global Burden of Disease (GBD)* van het Institute for Health Metrics and Evaluation (IHME) verzamelt alle internationale gegevens over morbiditeit en sterfte, waaronder ook die van België, en kan op diverse manieren worden geïnterpreteerd. Het brengt onder meer aan het licht dat voedingsgerelateerde risico’s de tweede risicofactor vormen voor de volledige ziektelast, na roken en voor een te hoge bloeddruk (nr. 3), alcohol en drugs (nr. 4) en een hoge BMI (nr. 5).
In de eerste plaats een onvoldoende inname!
Qua voeding prijkt een onvoldoende consumptie van fruit helemaal bovenaan in het rijtje van risicofactoren, gevolgd door een onvoldoende consumptie van volkorengranen (nr. 2). Groenten, die in dit protocol ook de peulvruchten omvatten, komen op de derde plaats. Ze worden gevolgd door een groep waarover we tot op heden relatief weinig hoorden, maar die duidelijk meer aandacht verdient, namelijk de noten en zaden (nr. 4). Het is opmerkelijk dat deze vier grootste risicofactoren niets te maken hebben met risico’s op overdaad, maar met een onvoldoende grote inname van een bepaald product.
Op de vijfde plaats staat een hoge inname van natrium. Daarna volgt een lage inname van omega 3 (nr. 6), op de voet gevolgd door een hoge consumptie van verwerkt vlees (nr. 7) en een lage inname van voedingsvezels (nr. 8). Een suboptimale inname van calcium prijkt op de negende plaats en van transvetzuren op de tiende plaats in deze morbide top tien.
Contrast tussen media-aandacht en feiten
Afgezien van fruit, groenten en volkorengranen zijn het dus niet de onderwerpen die het vaakst in de media komen (vlees, gesuikerde dranken, gluten …) die de lijst aanvoeren met voedingsfactoren die het zwaarst doorwegen op onze gezondheid. Een hoge inname van rood vlees komt bijvoorbeeld ‘slechts’ op de twaalfde plaats in de rangschikking, vlak voor een hoge inname van gesuikerde dranken (nr. 13) en een lage inname van meervoudig onverzadigde vetzuren (nr. 14).
Uiteraard wil deze rangschikking niet zeggen dat we geen rekening hoeven te houden met parameters die hier niet aan bod komen. Denk maar aan een energie-inname volgens je behoeften om een gezond gewicht te behouden, lichaamsbeweging en de strijd tegen sedentariteit, allemaal factoren die ook hun steentje bijdragen.