Hoe kunnen we doeltreffende oplossingen vinden om de milieu-impact van de voedingsproductie te beperken als de landbouwmethoden en geografische gebieden zo sterk uiteenlopen? Op die vraag wil deze nieuwe studie een antwoord bieden.
Hoe kunnen we doeltreffende oplossingen vinden om de milieu-impact van de voedingsproductie te beperken als de landbouwmethoden en geografische gebieden zo sterk uiteenlopen? Op die vraag wil deze nieuwe studie een antwoord bieden.
De productie en verwerking van de voedingsmiddelen die we dagelijks consumeren, hebben substantiële nadelige gevolgen voor het milieu. Door de vele verschillende producenten is deze problematiek bovendien erg complex om op te lossen. Daarom hebben onderzoekers van de universiteit van Oxford en het Zwitserse instituut Agroscope een meta-analyse uitgevoerd op basis van 570 studies, om de milieu-impact van verschillende systemen voor voedingsproductie te vergelijken.
De impact van eenzelfde product varieert
Om de milieu-impact van de voedingsproductie in cijfers uit te drukken, baseerden de onderzoekers zich op verschillende indicatoren:
- de uitstoot van broeikasgassen
- de exploitatie van landbouwgrond
- het waterverbruik
- de verzuring van de oceanen
- de eutrofiëring
Er werden gegevens verzameld van 38.700 landbouwbedrijven en 1600 verwerkers, verpakkingswijzen en handelaars uit 123 landen.
De resultaten tonen aan dat voor de productie van eenzelfde voedingsmiddel de impact bij de ene producent tot wel 50 keer groter kan zijn dan bij een andere. Door die grote verscheidenheid is het mogelijk om te focussen op de producenten met de grootste milieu-impact om de schade te beperken.
Plantaardige producten beter voor het milieu
Deze studie bevestigt dat plantaardige voedingsmiddelen minder negatieve gevolgen hebben op het milieu dan producten van dierlijke oorsprong. Dat is ook het geval wanneer het vlees of de zuivelproducten duurzaam geproduceerd werden, los van de betrokken landbouwmethodes. Een dieet op basis van plantaardige producten beperkt de uitstoot met meer dan 73% (afhankelijk van het geografisch gebied) en vereist 76% minder landbouwgrond.
Het onderzoek toont ook aan dat een aanpak die de milieu-impact beperkt en de productiviteit verhoogt, bij de ene producent heel doeltreffend kan zijn en bij de andere totaal niet. Er bestaat dus geen pasklare oplossing. De studie adviseert echter om kwaliteitslabels en financiële stimulansen in te voeren die de producenten aanmoedigen hun werkwijze aan te passen om vastgelegde doelstellingen te behalen en de consumenten te informeren over de impact van hun activiteit. Zulke maatregelen stimuleren het engagement van producenten én consumenten richting duurzamere productiemethodes.