Een lage kaliuminname zou geassocieerd zijn met verhoogd risico op chronische aandoeningen. Volgens een systematische review en meta-analyse verlaagt een verhoogde kalium-inname het risico op beroertes en de systolische en diastolische bloeddruk zonder bloedlipiden, catecholamine concentratie en nierfunctie te benadelen.
De gemiddelde kaliuminname zou onder de aanbeveling vallen (WHO: 70-80 mmol/dag). Resultaten van systematische reviews en meta-analysen over de relatie tussen kalium en chronische aandoeningen zijn discordant.
Daarom stelde de WHO een review en meta-analyses op van 22 sterke RCT’s (n=1606) en 11 cohortstudies (n=127038) om het effect te onderzoeken van een hogere kaliuminname vergeleken met een lagere inname op parameters zoals bloeddruk, bloedlipiden, catecholamine concentratie, nierfunctie (in cohortstudies) en totale mortaliteit, cardiovasculaire aandoeningen, beroerte en hartaandoeningen (in RCT’s).
Door heterogeniteit tussen de RCT’s werden subgroepanalysen uitgevoerd. Een verhoogde kaliuminname (zowel via voeding als suppletie) vermindert over het algemeen de systolische (-3,49 mmHg) en diastolische (-1,96 mmHg) bloeddruk, maar na subgroepanalyse blijkt dit enkel voor hypertensieven, niet normotensieven. De grootste daling was zichtbaar bij kaliuminname van 90-120 mmol/dag en bij hoge natrium-inname (>4 g/dag), hoewel de daling niet-significant groter dan de andere groepen. Tot slot heeft een hogere kaliuminname geen significante negatieve effecten op bloedlipiden, catecholamine concentratie en nierfunctie.
Uit de cohortstudies vermindert een verhoogde kaliuminname het risico op beroerten significant, maar niet-significant voor hart –en vaatziekten en coronaire hartaandoeningen.
Kaliuminname verhogen kan voordelen bieden in de preventie en controle van hypertensie en beroerte bij gezonde personen.
Aburto N.J. et al., BMJ, April 2013.