Een hoge consumptie van ultrabewerkt voedsel is geassocieerd met een verhoogd risico op het prikkelbaredarmsyndroom. Zo blijkt uit nieuwe gegevens uit het Franse cohort NutriNet-Santé.
Ultrabewerkt voedsel bevat vaak – maar niet altijd – minder interessante voedingsstoffen, met veel suiker, zout en/of verzadigde vetten en tal van additieven. Meer algemeen zitten in een eetpatroon rijk aan ultrabewerkt voedsel minder voedingsproducten met een beschermende werking, zoals volkorengranen, groenten, fruit, peulvruchten, noten en zaden. Waarschijnlijk vormt dat – meer dan het principe van ultrabewerking zelf – de basis van diverse vaststellingen die ultrabewerkt voedsel associëren met bepaalde gezondheidsrisico’s, zoals kanker, zwaarlijvigheid en nu dus ook het prikkelbaredarmsyndroom (IBS).
Ruim 33.000 Franse internetgebruikers
Deze nieuwe analyse van de associaties tussen voedingsgewoonten en gezondheid heeft betrekking op het Franse cohort van NutriNet-Santé (er bestaat ook een Belgische component), meer bepaald op 33.343 volwassen internetgebruikers die minstens drie keer 24 uur lang hun eetpatroon bijhielden en een vragenlijst met de Rome-III-criteria invulden. Prof. Serge Hercberg (Université Paris 13 en INSERM) en zijn collega’s onderzochten vier functionele maag-darmstoornissen: het prikkelbaredarmsyndroom, constipatie, diarree en dyspepsie. Het aandeel ultrabewerkt voedsel in het eetpatroon werd berekend op gewichtsbasis, met opdeling in kwartielen. De populatie was overwegend vrouwelijk (76,4%) en had een gemiddelde leeftijd van 50,4 jaar.
25% hoger risico op prikkelbaredarmsyndroom
Volgens de analyse blijkt de consumptie van ultrabewerkt voedsel (goed voor 16% volgens gewicht en 33% volgens calorieën), geassocieerd met een jonge leeftijd, alleen wonen, een laag inkomen, een hoge BMI en een laag niveau van lichaamsbeweging. Na correctie voor verstorende variabelen stellen de auteurs vast dat een hoge consumptie van ultrabewerkt voedsel geassocieerd is met een verhoogd risico op IBS: het risico is 25% hoger in kwartiel 4 voor de consumptie van ultrabewerkt voedsel dan in kwartiel 1.
We benadrukken dat dit niet volstaat om een oorzakelijk verband vast te stellen. Op dit moment kunnen we onmogelijk weten of de vaststelling rechtstreeks verband houdt met het ultrabewerkte voedsel, met de niet geconsumeerde voedingsmiddelen die ze vervangen en/of met overige kenmerken van de levensstijl.