Na kritiek op zijn ecologische impact heeft de zuivelsector een duurzaamheidsprogramma opgezet, mét resultaat. Op 15 jaar tijd is de uitstoot van broeikasgassen voor rauwe melk gedaald met 26%.
De CO2-concentratie in de lucht is 10.000 jaar lang stabiel gebleven tussen 260 en 280 ppm. Op 23 maart 2018 werd echter een concentratie van 410 ppm bereikt. Met die recente gegevens en het effect ervan op de klimaatverandering maakt Jean-Pascal van Ypersele (Earth and Life Institute van de UCL en coauteur van het rapport van de Verenigde Naties inzake Duurzame Ontwikkeling dat in 2019 verschijnt) duidelijk hoe belangrijk duurzame ontwikkeling is.
Volgens de klimatoloog is de zuivelsector verantwoordelijk voor 2,7% van de totale uitstoot van broeikasgassen, waarbij nog eens 1,3% moet worden opgeteld voor het vlees dat ermee geassocieerd is.
35 criteria voor duurzaamheid
De Belgische zuivelsector en de landbouwpartners van het Agrofront hebben een programma opgesteld voor duurzaamheid in de zuivelsector. Dat omvat niet alleen de productie en ophaling (transport), maar ook de verwerking van de melk. 35 duurzaamheidsinitiatieven werden voorgelegd aan zuivelboerderijen. In 2016 waren per boerderij gemiddeld 11 initiatieven ingevoerd.
Op de boerderij van Warelles in Lettelingen wordt gefocust op duurzaamheid en voedselautonomie (waardoor minder soja aangekocht moet worden) en wordt zelfs elektriciteit geproduceerd op basis van mest (biomethanisatie).
De Waalse minister van Landbouw René Collin wijst erop dat op 48% van de Waalse landbouwgronden enkel gras geteeld kan worden. Melkkoeien kunnen dat gras, dat onverteerbaar is voor de mens, opwaarderen.
Melk of plantaardige vervangers: weinig verschil
Niettemin worden de veeteeltindustrie en de dierlijke producten die daaruit ontstaan (voornamelijk melk en vlees), regelmatig met de vinger gewezen voor hun milieu-impact. Die zou echter niet alleen berekend moeten worden op basis van CO2 of broeikasgassen per kilogram verkregen voedsel, er moet ook rekening mee gehouden worden of de voedingswaarde van de levensmiddelen tegemoet komt aan de behoeften van de mens.
Bij het vergelijken van melk en plantaardige sappen bijvoorbeeld, moet rekening gehouden worden met het feit dat weilanden een koolstofreservoir vormen, en dat het water rijkelijk uit de lucht valt in ons land.
Uit een studie van Optimeals® die Blonk Consultants uitvoerde in 2015, blijkt dat het vervangen van zuivelproducten door (verrijkte) plantaardige vervangers uit nutritioneel standpunt weinig of geen voordelen zou bieden voor het milieu.